Prelude (zo heet dat toch, hé?)

Ga even met me mee, drie jaar terug in de tijd – 2019. U herinnert u zich vast nog die zorgeloze periode waarin niemand kon bevroeden dat het ondertussen felbesproken mondmasker zich in onze contreien zou profileren tot pronkstuk van onze dagelijkse outfit.

Kerst in aantocht. En Kerst smeekt om cadeaus. Maar als ervaren man van middelbare leeftijd, stond mijn geschenk-inspiratiepitje bijna even laag als waar mijn haarlijn zich tien jaar geleden bevond. Voor mezelf, ideeën zat: een motor om naar te kijken, waar ik nooit op zal durven kruipen of een mountain bike om (misschien één keer of zo) aan de conditie te werken. Zoiets.
Maar waar kon ik mijn echtgenote mee verblijden, toch een vrouw die – laat ons eerlijk wezen – al wat haar hartje begeert reeds bezit, en dit in de vorm van een waardig kalend wordende man en hey – zónder mountain bike?

Ik kreeg onverwachte hulp. Van mijn falende hoofdtelefoon nog wel.
Want op een avond, bekende ze me dat ze vol verwondering toekeek hoe snel haar dochter opgroeide – wij vormen een samengesteld gezin, moet u weten – en hoe graag ze eigenlijk nog eens wat tijd wilde spenderen met haar, voor ze haar eigen leven gaat leiden. Een leven met andere grote mensen. Andere grote mensen die zij niet is. De ontboezeming van elke moederkloek die mijmert over uitvliegende kuikentjes.
Om een of andere reden, deed de noise cancelling van mijn hoofdtelefoon het op dat moment niet goed en hoorde ik dus toevallig eens wat ze tegen me zei.

Bongo werd mijn bingo – laat dát soort woordspelingen maar aan mij over – en ik veroordeelde Londen tot podium waarop beide dames zich met hun lawaaierige aanwezigheid zouden kunnen uitleven. Ik had leedvermaak met Londen, maar had verder nooit echt nagedacht over de consequenties voor mezelf.

Soit, het cadeau werd zowel door moeder als dochter op enthousiasme onthaald. Edoch, zoals vermeld: 2019. Al snel verwees vriend COVID reizen tot planeet Utopia, en de Bongobon dreigde gedoemd tot Oblivion, het zwarte gat waar ook al uw verloren gewaande sokken, oorbellen en tupperware deksels zich schuilhouden. Bij ons is dat een schuif in een Lelijke Kast.

Juni 2022. Reizen mag weer. Hoe het precies gegaan is, zullen we nooit weten, maar iemand had iets nodig uit de schuif van de Lelijke Kast.

Zij: ‘O kijk, die city trip naar Londen, zou die nog goed zijn?’
Ik: ‘Geen idee? En Londen… Pfff, zou je dat wel doen, nu met die Brexit?’

Ik vond het plezier van het openen van het cadeau al volstaan. Ze gaat mij hier toch niet echt alleen laten zitten? ’t Is uiteindelijk het gebaar dat telt, toch?

Zij: ‘Ik kan blijkbaar nog veranderen!’
Ik: ‘Mja, ik zou toch…’
Zij: ‘Ooooh! Barceloooona!’

Moeder en Dochter gaan naar Barcelona. Voor drie dagen. Drie volledige dagen.
Ik vind dat onverantwoord. Ik blijf hier achter met Gaston de chihuahua, Calgon de bejaarde kattin, Patrick de vernielzuchtige kitten en mijn twee kinders (wier naam me nu even ontsnapt). En iedereen moet blijkbaar op geregelde tijdstippen nog iets te eten krijgen, ook.

En als ik de tijd én de moed vind, wanneer ik heel even de tranen kan wegslikken die ongetwijfeld zullen opwellen als ik ’s avonds eenzaam door haar social-mediaberichtjes scroll, zal ik u misschien hier wel lastigvallen met het reilen en zeilen van het bovengenoemde restje huishouden, dat zielig en helemaal alleen achterblijft.

Fuck you, Bongo!

3 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *